Scheenbeenpees ontsteking

SCHEENBEENKLACHTEN

Een van de meest voorkomende blessures bij wandelaars en hardlopers zijn scheenbeenklachten.
In het begin is de pijn tijdens en na de sportbeoefening nog wel draaglijk.
Met een beetje geluk verdwijnt de blessure met ups en downs in enkele maanden of jaren, zonder dat er bijzondere
maatregelen genomen zijn.
Laat je bijvoorbeeld de explosieve zaken zoals springen en sprinten op harde ondergrond in de training achterwege,
dan heb je goede kans dat de blessure vanzelf "slijt".
Train je echter keihard door, zonder maatregelen, dan loop je het risico dat de pijn dusdanig toeneemt, dat sporten
onmogelijk wordt.

Oorzaken van scheenbeenklachten zijn onder andere:
1.een te snelle trainingsopbouw,
2.veel explosieve trainingsarbeid,
3.harde ondergrond,
4.schoeisel met te weinig schokdemping,
5.knikvoeten,
6.holvoeten,
7.beenlengteverschil,
8.zwakke voet- en kuitspieren.
 
Train daarom de eerste jaren hoofdzakelijk op zachte bosgrond als je gevoelig bent voor scheenbeenklachten,
maar train ook weer niet altijd alleen maar op zachte ondergrond.
Uiteraard zal een loper die zijn wedstrijden bijvoorbeeld op de weg doet, op den duur voor de gewenning toch
regelmatig op harde ondergrond moeten trainen.
Maar blessure vrij zijn heeft uiteraard prioriteit.
Zorg voor goede antipronatie -schoenen en eventueel een individueel voetbed in geval van knikvoeten of holvoeten.
Train als baanatleet niet te veel op spikes.
Pas op met stijve kuitspieren.
Train de voetspieren, de voetheffers en de kuitspieren.
De kuitspieren train je door bij het inlopen af en toe overdreven op je voorvoeten te lopen.
 
En +/- 50 tot 100 meter achteruit lopen, je gebruikt dan even andere spieren
 
Je voetheffers train je door op je hakken te lopen, waarbij je je voorvoeten zoveel mogelijk omhoog houdt.
Je voetspieren train je, door een doek onder je voeten te leggen en die al "klauwend" te bewegen.
Heb je scheenbeenklachten, zorg dan voor regelmatig koelen en train een tijdje op zachte grond.
Ga naar een sportspeciaalzaak (bij voorkeur waar men verstand heeft van sportorthopedie) en laat naar je loopstijl kijken.
Laat ook je voettype bekijken.
Misschien is een sportsteunzool een goede oplossing.